zaterdag 24 juni 2023

Terugblik op onze rondreis door Zuid-Portugal : Alentejo en Algarve

Van 18 april t/m 9 mei 2023 hebben we vanuit Lissabon met een huurauto een rondreis gemaakt door de zuidelijke Alentejo en de Algarve. Vorig jaar hebben we de smaak van Portugal te pakken gekregen op een langere rondreis. Toen was ons reisschema vooral langs de culturele en toeristische hoogtepunten, dit keer wilden we meer van de natuur genieten en een iets rustiger reistempo aanhouden. Met drie weken ter beschikking was onze actieradius dan niet zo groot, maar daarvan hebben we geen  moment spijt gehad. De huurauto hadden we geboekt bij OK Mobility in de Rua da Guiné, shuttlebusje van en naar de luchthaven. De auto was prima, maar de levering en afhandeling van het verhuurbedrijf vonden we minder oké. Men deed bij onze aankomst niet gezamenlijk een check van de auto en bij terugkeer constateerde men een schade (niet door ons!) die niet in hun systeem stond. Goed dat we uitgebreid foto's met datum een tijd van ieder schade-plekje hadden genomen! 

Eerste pleisterplaats voor 3 nachten was Sétubal. In twee dagen hebben we van de genoegens van deze stad genoten, de Convento e Igreja de Jesus, de kleurige markthallen en dito vissershaven bezocht en met de veerpont de oversteek gemaakt naar het schiereiland Troia. Een dolfijnentocht bleek helaas pas in het weekend mogelijk te zijn. Misschien een nadeel van het voorseizoen? Met de auto zijn we de Serra da Arrabida ingetrokken, waarbij we o.a. het kasteel van Palmela en het leuke dorpje Azeitão hebben aangedaan. 

Veel vogels hadden we al met al niet gezien en daarom hebben we voor we het binnenland een tussenstop gemaakt in Carrasqueira aan de zuidkant van het estuarium.  Het bleek een fotogenieke site maar niet vanwege de vogels op dat moment.  Over rustige wegen zijn we door de vruchtbare landbouwgebieden rond Grandola en de heuvels van de Alentejo met een korte lunchstop in Ourique zonder haast naar ons tweede logeeradres in Castro Verde gereden. 



Castro Verde is een aardig stadje, maar onze belangstelling ging toch vooral uit naar de natuur van dit deel van de Alentejo. Een groot deel van de regio is Natura2000 gebied ter bescherming van bijzondere steppevogels zoals de Grote en de Kleine Trap. Die vogels hebben we slechts van verre waargenomen bij Vale Gonçalinho, maar dat gemis werd vergoed door de vele zang- en roofvogels aldaar en elders in de velden en ook op het omringende terrein van de prachtige lodge waar we verbleven - helaas maar 2 nachten. Op weg naar Mértola hebben we nog een mooie omweg gemaakt via het kleine dorpje Salto en de kapel van Nossa Senhora de Aracelis.

Mertola is een bijzonder charmant historisch stadje hoog boven de Guadiana rivier. Oude steile keienstraatjes leiden tussen de witte huizen omhoog naar het van oorsprong Moorse godsgebouw en het kasteel. De rivier leent zijn naam aan een uitgestrekt natuurpark, waar de lynx weer in aantal toeneemt en waar een rijk vogelleven te vinden is en behalve Mertola alleen kleine boerendorpjes. Er zijn vele korte en lange wandelroutes in het gebied uitgezet en wij hebben PR1 naar de rivier gelopen en PR2 de Canais do Guadiana. Met de auto zijn we door de vallei gereden naar het leuke stadje Serpa en hebben we de mijnwerkersplaats São Domingos bezocht. Het is een prachtig gebied.

Door de bergen reden we via Alcoutim naar Tavira aan de zuidkust. Tavira kenden we van vorig jaar als een leuke stad die we in deze vier dagen graag verder wilden verkennen: we logeerden op steenworp afstand van de gezelligste terrassen in het oude centrum, we gingen met de pont voor een relaxed dagje strand, we vonden de wandelroute bij de zoutpannen en hebben er talloze flamingo's, kluten, strandlopers en andere vogels gezien. Onze wandeling bij Castro Marim was leuk maar minder spectaculair, San Antonio bleek een levendige havenstad. We hadden best nog langer kunnen blijven zonder ons te vervelen, maar we keken ook weer uit naar ons volgende verblijf in Silves, iets in het binnenland boven Lagos.

De route die we hadden uitgekozen ging niet over de snelweg, maar door het mooie binnenland van de Algarve. We namen de tijd om in Loulé rond te kijken, waar het erg stil was op de ochtend van de Dag van de Arbeid. Na een lekker kopje koffie tussen de locals zetten we onze tocht voort door een glooiend berglandschap met stadjes als Salir en Benafim, veel bloemen, bossen en boomgaarden, maar ook uitgestrekte akkers omgeploegd land.
Onze volgende stop was in Alte, een erg leuk bergstadje dat zijn authenticiteit probeert te bewaren en mooie muurschilderingen toont. En vandaar bereikten we ons adres in Silves. 

Na de dagtrip van vorig jaar hadden we nu met 2 overnachtingen meer tijd voor de historische stad en de prachtige omgeving van het Monchique gebergte. Vooral bij het dorp Monchique kun je mooie wandelingen maken. Maar daar werden we wel echt belemmerd door de lichamelijke beperkingen van dat moment. Desalniettemin hebben we genoten van ons verblijf in Silves. Het Archeologisch Museum bleek mooi en gaf op een overzichtelijke manier inzicht in de historie van Silves. Op onze tocht naar Aljézur zijn we via Monchique door de bergen gereden en hebben we opnieuw genoten van het landschap, de rust en de rijke en gevarieerde flora. 

Het Natuurpark Sudoeste Alentejano e Cosa Vicentina strekt zich ongeveer 100 km langs de kust uit van Porto Covo in de Alentejo tot aan Burgau in het zuiden van de Algarve. Geen grote hotels en massa's toeristen, maar kleinschalige voorzieningen. Hoge kliffen beschermen dorpjes en baaien met mooie zandstranden tegen het geweld van de oceaan. Surfers zoeken de golven juist graag op, mensen met kleine kinderen de stranden aan de riviermondingen. De hoge rotsen en duingebieden zijn een walhalla voor wandelaars en natuurliefhebbers. De meimaand is een geweldige tijd als de duinen volop in bloei staan.

Rivieren hebben altijd een magische aantrekkingskracht op mij en misschien dat we daarom voor Aljézur hebben gekozen. Goed gedaan: Aljézur zelf is een klein stadje met een oud en nieuwer gedeelte, de rivier vormt een mooie vallei en heeft aan twee zijden een weg die naar het Armoreira-strand leidt. Vanaf de hoge rotsen aan de noordkant is het strand lastiger toegankelijk, aan die kant is Praia da Arrifana gemakkelijker bereikbaar. Het pittoreske dorpje Monte Clérigo ligt tegen de hoge rotsen gebouwd en vond ik een van de leukste dorpjes aan een baai met een mooi zandstrand.

Ik kan niet nalaten Odeceixe apart te noemen. Steile keienstraatjes met witte huisjes aan weerskanten en een gezellig dorpsplein met terrassen, echt zo'n Portugees lief dorpje, vakantiehuisjes netjes geïntegreerd. Oude windmolen (nog in werking) op de top van het dorp met een geweldig uitzicht over het dal van de rivier Ceixe. Ook hier weer mooie stranden, de monding van de Ceixe rivier, wandelmogelijkheden en een geweldige flora. Het lijkt me prima verblijven hier, maar voor ons was het een mooi zijstapje onderweg naar ons laatste vakantie-adres in Vila Nova de Milfontes.

Vila Nova is niet echt een bijzondere plaats, maar deze foto staat voor alles wat wij er wel vonden: een brede riviermonding die de krachtige Atlantische golven tot bedaren bracht; zowel veilige rivierstranden als baaien met stoere golven voor de surfers en strandstranden tussen ruige rotsen voor wandelaars en natuurliefhebbers; een breed palet aan eetgelegenheden en een schitterende natuur met een flora die in mei wel ongeveer zijn toppunt bereikt moest hebben en talloze vogels, insecten en vlinders trekt. Wij hebben het hier rustig aan gedaan en zijn aan een verkenning van de rivier niet eens meer toegekomen. Dus ook dit keer is weer de conclusie: alle reden om nog eens weer te keren.

De terugweg naar Lissabon bood gelegenheid om de vissershaven en de oude stad van Sines aan te doen. Als je de oliehaven links laat liggen, is de geboortestad van Vasco da Gama een stop zeker de moeite waard.  Wij vonden het leukste de ontmoeting met de vissers in de haven. Puur Portugees! Spreek je onze taal niet en wil je weten wat voor vis dit is: Lekker! Proef! En voor je het weet heb je een hap met vers gekookte of gegrilde vis of een garnaal in je mond. Gastvrij. Vriendelijk. Zo hebben wij Portugal en zijn bewoners leren kennen. Wij houden van Portugal!


Wij kijken met veel genoegen terug op deze rondreis. Drie weken was tekort, maar helemaal goed met ons relaxte reisschema. De afstanden waren nooit te lang en lieten ruimte voor tussenstops op leuke plekken onderweg. April/mei is een uitstekende tijd in deze zuidelijke streken. Op enkele momenten na hebben we alleen maar zon gezien en de temperaturen waren warm in het binnenland en zuiden tot zomers koel aan de westkust. De natuur bloeide en de toeristen bepaalden nog niet het straatbeeld. Sowieso zijn de plaatsen die we aangedaan hebben, afgezien van Tavira enigszins, niet de grootste trekpleisters van Portugal. Misschien zijn daardoor sommige restaurants nog niet open en zijn bepaalde attracties nog niet optimaal beschikbaar, maar wat ons betreft kon dat de pret niet drukken. 







Populaire blogberichten